De Grote Kerk van Emden

In de negende eeuw ontstond aan de monding van het riviertje Aa in de Eems ten westen van een nieuwe nederzetting – later Emden ge- noemd – een kleine afzonderlijke terp, die als christelijke begraafplaats diende.
Misschien stond hier toen ook al een houten kapel. Het oudste gedeelte van de stenen Grote Kerk dateert uit de twaalfde eeuw en er zijn daarna teminste elf verschillende bouwfasen te onderscheiden. Nog steeds zichtbaar is het koor, dat tussen 1455 en 1509 in gotische stijl ontstaan is.
Hier vierde in een latere periode de hervormde gemeente het Avondmaal. Het zuidelijke zijschip was bepaald als begraafplaats voor de graven van Oost-Friesland, afgescheiden van het kerkinterieur door een zandstenen muur, die in 1558 in de stijl van de Vlaamse renaissance naar een ontwerp van Cornelis Floris de Vriend uit Antwerpen voltooid was.
De Grote Kerk van Emden werd in de Tweede Wereldoorlog op 11. December 1943 als gevolg van een bombardement verwoest .

Als een feniks uit de as...
Nadat in de jaren 1992 tot 1995 een nieuwe bibliotheek voor de boekenverzameling van de Grote Kerk gebouwd werd, heeft men de ruïnevan het kerkgebouw integreerd. Zo ontstond onderdak voor de in 1559 gestichte kerkelijke bibliotheek, op dezelfde locatie als waar ze vanaf 1570 door de gereformeerde gemeente gehuisvest was.
Tegenwoordig omvat de collectie ongeveer 150000 titels, waaronder incunabelen, meer dan 6000 oude drukken uit de 16e tot 18e eeuw en een afdeling van 155 handschriften. De bibliotheek heeft twee zwaartepunten: het gereformeerd protestantisme en de confessionele geschiedenis van de vroegnieuwe tijd. Bovendien worden publicaties over de Oost-Friese cultuur en geschiedenis verzameld.
Een belangrijk gedeelte van de oude collectie is gedigitaliseerd en via internet beschikbaar. In samenwerking met de Gereformeerde Wereldbond te Genève is in 1999 begonnen met een aanbod via internet, „Reformed online“: voor het vakgebied van de theologie en de geschiedenis van het gereformeerd protestantisme biedt het allerlei actuele informatie en tevens wordt hiermee een wereldwijd communicatieplatform voor gereformeerde kerken geboden. De Johannes a Lasco Bibliothek ondersteunt het wetenschappelijk onderzoek met congressen, lezingen voor een breed publiek en een eigen onderzoeksprogramma. De prachtige ruimte wordt bovendien ter beschikking gesteld voor concerten en recepties en wordt veelvuldig gebruikt voor bijeenkomsten van
vertegen woordigers van kerkelijke, politieke, maatschappelijkeen culturele instellingen. Het gebouw dient tevens als forum voor kunst en cultuur via wisselende tentoonstellingen, waarbij de nadruk valt op thema ́s als de vroegmoderne kunst, kerkelijke kunst, boekdrukkunst en grafische kunst.

Expositie
In de vaste, aan de noordoostzijde gelegen tentoonstellingruimte worden afwisselend bibliofiele pronkstukken uit de eigen collectie getoond en thematisch uitgewerkt, bij voorbeeld vroege drukken uit de tijd van Emden als vluchtelinggemeenschap met de beroemde Deux- Aes-Bijbel van Ctematius uit 1562. Boeken uit de nalatenschap van Erasmus van Rotterdam en Rudolf Agricola, maar bijvoorbeeld ook handschriften uit het klooster Aduard.

Johannes a Lasco
Wie was de naamgever? In 1993 werd de naam van de Poolse edelman Johannes a Lasco (1499-1560) gekozen om hem te eren als reformator van Ostfriesland en omdat hij een geleerde van Europees formaat is geweest. Van 1542 tot 1549 hield a Lasco als „superintendent“ toezicht op de protestantse gemeenten in Oost-Friesland. Hij organiseerde de opbouw van de jonge gemeenten door het instellen van een kerkenraad en een classis als regionaal overlegorgaan voor de predikanten. Met behulp van de kerkelijke tucht zette hij zich in voor een godvruchtige levensstijl binnen de gemeente. Op deze wijze hoopte hij het geloof van de gemeente te versterken en, in opdracht van gravin Anna, binnen de gehele graafschaft eenheid in de leer te bewerken. Hierbij paste ook de afbakening van de andere in Emden aanwezige geloofsstromingen, zoals de nog omvangrijke groep, die katholiek bleef en de talrijke doopsgezinden, in Emden door Menno Simons vertegenwoordigd. Met de lutherse protestanten probeerde A Lasco tot een vergelijk te komen, waarbij hij omstreden geschilpunten – bijvoorbeeld over de vraag of Christus in het Avondmaal werkelijk aanwezig is – trachtte te overbruggen.
Tijdens van het Interim in Duitsland moest A Lasco uitwijken naar Londen, waar hij de organisatie van de protestante gemeente van vluchtelingen op zich nam. Vervolgens heeft hij grote invloed uitgeoefend op de vorming van de gereformeerde gemeenten in de toenmalige Nederlanden. Nadat Maria Tudor Koningin van Engeland geworden was, moesten a Lasco en zijn gemeente in Londen 1553 vluchten. Na een lange zoektocht over de Noordzee en de Oostzee vonden ze onderdak in Emden.
Daaraan herinnert het Scheepken Christi op het diakenenportaal aan de Kirchstraße:

„Godts Kerck vervolgt, verdreven, heft Godt hyr Trost gegeven.“

Moederkerk
De emigranten voegden zich bij de Duitse gemeente. De Waalse vluchtelingen daarentegen stichtten een eigen Franstalige gemeente. Zij allen brachten hun persoonlijke contracten en economische relaties mee naar Emden, dat aldus steeds een veilige haven voor de vervolgden in de Nederlanden was. Met name in de periode 1568-1648, het tijdperk van de Nederlandse opstand tegen de Spaanse heerschapij, was Emden een veilig toevluchtsoord en bood de hier aanwezige gereformeerde gemeenschap aan vervolgde gemeenten elders geestelijke en kerkpolitieke steun. Zo verwierf de Grote Kerk te Emden de erenaam Moederkerk van de gereformeerde kerken in de Nederlanden. Nadat het oorlogstij ten gunste van de opstandelingen was gekeerd, boden de Staten-Generaal vanaf 1595 steun aan de magistraat van de stad Emden, die zich aan het gezag van de luthersgezinde graven van Oost-Friesland kon onttrekken en zo een zekere zelfstandigheid kon handhaven.

<